Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • angesagt = populair
  • anwenden = gebruiken
  • der Aufenthalt = het verblijf
  • auswerten = evalueren
  • bereits = al
  • fordern = eisen
  • hemmen = remmen
  • die Herausforderung = de uitdaging
  • insgesamt = in totaal
  • die Kita = het kinderdagverblijf
  • laut = volgens
  • die Menge = de grote hoeveelheid
  • mittlerweile = inmiddels
  • das Stipendium = de studiebeurs
  • überqueren = oversteken
  • verzichten auf = afzien van
  • die Weile = het poosje
  • winzig = piepklein