Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Duits Nederlands
  • betreuen = begeleiden
  • engagiert = betrokken
  • der Einwand = het bezwaar
  • die Forderung = de eis
  • der Haushalt = het huishouden
  • hilfsbereit = hulpvaardig
  • das Alter = de leeftijd
  • der Mitarbeiter = de medewerker
  • sich bewerben um = solliciteren naar
  • niedergeschlagen = terneergeslagen
  • ehrenamtlich = vrijwillig
  • das Wohlbefinden = het welzijn
  • arbeitslos = werkeloos
  • die Krankheit = de ziekte