IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Stercollectie
Lijsten
Typisch deutsch - Aussagen B
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
Rügen ist eine Insel in der Ostsee.
=
Rügen is een eiland in de Oostzee.
Deutschland hat 16 Bundesländer.
=
Duitsland heeft 16 provincies.
Die Mauer trennte Ostberlin von Westberlin.
=
De muur scheidde Oost-Berlijn van West-Berlijn.
Der Zweite Weltkrieg dauerte von 1939 bis 1945.
=
De Tweede Wereldoorlog duurde van 1939 tot 1945.
Viele Städte lagen in Trümmern.
=
Veel steden lagen in puin.
Am 3.10. feiern wir die Einheit Deutschlands.
=
Op 3 oktober vieren we de eenwording van Duitsland.
Wir begleiten das Team auf der Reise.
=
Wij volgen het team tijdens de reis.
Meine Sprachkenntnisse sind gut.
=
Mijn kennis van de taal is goed.
Oh, wie süß!
=
O, wat schattig!
Das Team reist quer durch Deutschland.
=
Het team reist dwars door Duitsland.
Die Teilnehmer waren fasziniert von der Freundlichkeit der Leute.
=
De deelnemers waren gefascineerd door de vriendelijkheid van de mensen.
Ich bin wirklich beeindruckt!
=
Ik ben echt onder de indruk!
Hast du auch Heimweh?
=
Heb jij ook heimwee?
Er möchte Dolmetscher werden.
=
Hij wil graag tolk worden.
Wir können für euch keine Ausnahme machen.
=
Wij kunnen voor jullie geen uitzondering maken.
Wollen wir Fahrräder ausleihen?
=
Zullen we fietsen huren?
So funktioniert das nicht.
=
Zo werkt dat niet.
Das ist echt praktisch!
=
Das is echt handig!
Ich bin echt weggebeamt.
=
Ik ben totaal verbaasd.
Das ist der Hammer!
=
Dat is echt te gek!