IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Duits
Stercollectie
Lijsten
Umwelt - Aussagen A
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Duits
Nederlands
Wir fahren ans Meer.
=
We gaan naar de zee.
Ich lebe gern in der Stadt.
=
Ik woon graag in de stad.
Der Wald ist kaputt.
=
Het bos is kapot.
Der Berg ist aber hoch!
=
De berg is wel hoog!
Das Land ist im Sommer sehr grün.
=
Het land is in de zomer erg groen.
Ich gehe gern in der Natur spazieren.
=
Ik ga graag in de natuur wandelen.
Die Vögel fliegen wieder in den Süden.
=
De vogels vliegen weer naar het Zuiden.
Wir hatten im Urlaub nie Sonne.
=
Wij hadden in de vakantie nooit zon.
Es bleibt kalt und troken.
=
Het blijft koud en droog.
Für mich ist es zu heiß.
=
Voor mij is het te heet.
In der Sonne ist es jetzt schon richtig warm.
=
In de zon is het nu al echt warm.
Das Wetter war schlecht.
=
Het weer was slecht.
Es regnet.
=
Het regent.
Morgen gibt es Regen.
=
Morgen is er regen.
Das Wetter bleibt schön.
=
Het weer blijft mooi.