Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • depends = ligt eraan
  • variable = verschillend
  • apples = appels
  • were = waren
  • kind = soort
  • hard = harde
  • tastier = lekkerder
  • enough = genoeg
  • more expensive = duurder
  • cheaper = goedkoper / voordeliger
  • prices = prijzen
  • vary = veranderen
  • are fixed = liggen vast
  • shop = winkel
  • sometime = eens
  • compare = vergelijken