Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • on the basis of = aan de hand van
  • recommendation = aanbeveling
  • pay attention to something/someone = aandacht aan iets/iemand schenken
  • assault = aanranden
  • digress = afdwalen
  • frightening = angstaanjagend
  • catch = betrappen
  • involved in = betrokken zijn bij
  • arm = bewapenen
  • economize = bezuinigen
  • fine = boete
  • ticket = bon
  • usability = bruikbaarheid
  • cell = cel
  • competition = concurrentie
  • conservative = conservatief
  • the one(s) who… = degene(n) die…
  • paint a distorted picture = een vertekend beeld geven
  • reasoning = gedachtegang
  • topics of conversation = gespreksstof
  • foul language = grof taalgebruik
  • loitering youth = hangjongere
  • see something straight away = iets in één oogopslag zien
  • highly = in hoge mate
  • map out = in kaart brengen
  • burglar = inbreker
  • side note = kanttekening
  • career = loopbaan
  • measure = maatregel
  • medium (media) = medium (het, de media)
  • namely = namelijk
  • distinguish = onderscheiden
  • innocent = onschuldig
  • lay off = ontslaan
  • keep up-to-date = op de hoogte van iets blijven
  • appreciate = op prijs stellen
  • cancel = opzeggen
  • unnecessary = overbodig
  • postman = postbode
  • consult = raadplegen
  • shame = schande
  • shift (gears) = schakelen
  • scrap = schrappen
  • steering wheel = stuur
  • at the same time = tegelijk
  • rightly = terecht
  • accidentally = toevallig
  • detailed = uitvoerig
  • be addicted to = verslaafd zijn aan
  • replace = vervangen
  • appreciation = waardering
  • law = wet