Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • account = account
  • post = bericht
  • social media = sociale media / social media
  • everything = alles
  • everyone = iedereen
  • everywhere / anywhere = Overal
  • something = iets
  • someone = iemand
  • somewhere = ergens
  • nothing = niets
  • no one = niemand
  • nowhere = nergens
  • anything = alles / het doet er niet toe wat
  • anyone = iedereen / het doet er niet toe wie
  • go online = online gaan
  • to go online

    online gaan

  • post a message = een bericht plaatsen
  • to post a message

    een bericht plaatsen

  • key in a password = een wachtwoord invoeren
  • to key in a password

    een wachtwoord invoeren

  • install a programme = een programma installeren
  • to install a programme

    een programma installeren

  • attach a file = een bestand bijvoegen
  • to attach a file

    een bestand bijvoegen

  • download a file = een bestand downloaden
  • to download a file

    een bestand downloaden

  • upload a photo = een foto uploaden
  • to upload a photo

    een foto uploaden

  • delete a message = een bericht verwijderen
  • to delete a message

    een bericht verwijderen

  • open an attachment = een bijlage openen
  • to open an attachment

    een bijlage openen

  • buy an app = een app kopen
  • to buy an app

    een app kopen

  • activate flight mode = vliegtuigmodus inschakelen
  • to activate flight mode

    vliegtuigmodus inschakelen

  • have network coverage = netwerkdekking hebben
  • to have network coverage

    netwerkdekking hebben

  • get an error message = een foutmelding krijgen
  • to get an error message

    een foutmelding krijgen

  • an application closes down = een applicatie wordt afgesloten
  • your screen goes blank = je scherm gaat op zwart
  • close a file without saving it first = een bestand sluiten voordat je het hebt opgeslagen
  • to close a file without saving it first

    een bestand sluiten voordat je het hebt opgeslagen

  • a programme freezes = een programma loopt vast / hangt
  • your hard disk crashes = je harde schijf crasht
  • monitor = monitor / beeldscherm
  • all of them = allemaal
  • some of them = sommige(n)
  • none of them = geen enkele
  • any of them = enkele(n)
  • should = zouden moeten
  • had better = zouden beter kunnen
  • ought to = zouden eigenlijk moeten
  • bad advice = slecht advies
  • good advice = goed advies
  • practical advice = praktisch advies
  • useful advice = handig advies
  • something = iets
  • advice about something

    advies over iets

  • someone = iemand
  • to ask for advice from someone

    advies vragen aan iemand

  • someone = iemand
  • to get advice from someone

    advies krijgen van iemand

  • somebody = iemand
  • to give somebody advice

    iemand advies geven

  • somebody = iemand
  • to offer somebody advice

    iemand advies bieden

  • advisable = aan te raden
  • something = iets
  • to advise against something

    iets afraden

  • cave = grot
  • emotion = emotie
  • (to) engrave = graveren
  • stone tablet = stenen tablet
  • (to) lick = likken
  • (to) publish = publiceren
  • (to) browse = bladeren
  • printing press = drukpers
  • get bullied = gepest worden
  • invention = uitvinding
  • communication = communicatie