Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • murder = moord
  • to break in = inbreken
  • to arrest = arresteren
  • fine = boete
  • to commit a crime = een misdaad begaan
  • to go to prison = naar de gevangenis gaan
  • murderer = moordenaar
  • to get caught = (op)gepakt worden
  • prisoner = gevangene
  • to get into trouble = in de problemen komen
  • to explain = uitleggen
  • to encourage = aanmoedigen
  • to demand = eisen
  • to persuade = overreden/overtuigen
  • to invite = uitnodigen
  • to recommend = aanbevelen
  • to claim = beweren
  • to refuse = weigeren
  • to agree = overeenkomen
  • burglar = inbreker
  • con man = oplichter
  • mugger = straatrover
  • pickpocket = zakkenroller
  • robber = overvaller
  • shoplifter = winkeldief
  • thief = dief
  • scam = oplichterij
  • con = zwendel
  • community service = werkstraf
  • prison sentence = gevangenisstraf
  • caution = waarschuwing
  • death penalty = doodstraf
  • life sentence = levenslange gevangenisstraf
  • robbery = overval
  • theft = diefstal
  • witness = getuige
  • justice = justitie
  • embezzlement = verduistering
  • to help yourself = zich toe-eigenen
  • gang = bende
  • nearby = nabijgelegen
  • all over the place = her en der
  • retail store = (grote) winkel
  • to track down = opsporen
  • victim = slachtoffer
  • apology = verontschuldiging
  • mortgage = hypotheek
  • auction = veiling
  • bargain = koopje
  • to deter = afschrikken
  • resident = bewoner