Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • genetic = genetisch
  • geographical = geografisch
  • era = tijdperk
  • compelling = overtuigend
  • (to) arise = ontstaan
  • (to) diminish = afnemen
  • regardless = ongeacht
  • (to) accomplish = bereiken
  • sibling = broer / zus
  • (to) strive = streven
  • (to) spur on = aansporen
  • burden = last
  • underachieving = onderpresterend
  • intense = gespannen
  • traditional = traditioneel
  • insecure = onzeker
  • unconventional = onconventioneel
  • demanding = veeleisend
  • rebellious = opstandig
  • respectful = respectvol / eerbiedig
  • outgoing = gemakkelijk in de omgang / extravert
  • self-centred = egocentrisch
  • (to) embarrass = in verlegenheid brengen
  • (to) pester = pesten
  • tomboy = wildebras / jongensachtig
  • have a word = serieus praten
  • to have a word

    serieus praten

  • say something sb might regret = iets zeggen waar je later misschien spijt van krijgt
  • to say something sb might regret

    iets zeggen waar je later misschien spijt van krijgt

  • turn the tables = de rollen omkeren
  • to turn the tables

    de rollen omkeren

  • make sb's life miserable = iemand het leven zuur maken
  • to make sb's life miserable

    iemand het leven zuur maken

  • let sb be = iemand met rust laten
  • to let sb be

    iemand met rust laten

  • sb's eye on sb = een oogje op iemand houden
  • (to) seek = zoeken
  • be (totally) ignorant = onwetend zijn
  • to be (totally) ignorant

    onwetend zijn

  • account for = verantwoorden / rekenschap geven
  • to account for

    verantwoorden / rekenschap geven

  • acquaintance (with) = omgang / relatie (met)
  • be on good terms = goed met elkaar omgaan / op goede voet met elkaar staan
  • to be on good terms

    goed met elkaar omgaan / op goede voet met elkaar staan

  • indifferent = onverschillig
  • (to) single out = uitpikken
  • disposition = gesteldheid