IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
De Uitgeversgroep
Engels 1 op A2-niveau
A2 - Deel Toerisme - 1e editie
FRO/LVD/RZN ENG 1 Hoofdstuk 11
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
Invitation
=
Uitnodiging
To join
=
Meedoen
Opportunity
=
Mogelijkheid
Striking
=
Opvallend
Cheerful
=
Vrolijk
To provide
=
Voorzien van
Fair
=
Beurs
To expand
=
Uitbreiden
Potential
=
Mogelijkheden
Span
=
Tijdsspanne
To sign up
=
Aanmelden
Genuine
=
Echt
Enthusiastic
=
Enthousiast
Clear picture
=
Helder beeld
Wireless
=
Draadloos
Level
=
Niveau
Elderly
=
Oudere
Accessible
=
Toegankelijk
Wheelchair user
=
Rolstoelgebruiker
Top floor
=
Bovenste verdieping
Diabetes
=
Diabetes
Diabetic
=
Iemand met diabetes
To take into account
=
Rekening houden met
Square meters
=
Vierkante meters
Indication
=
Schatting
To increase
=
Stijgen
Per cent
=
Procent
To remind
=
Herinneren
To vary
=
Variëren
To be aware of
=
Bewust zijn van
Immediately
=
Onmiddellijk
To expect
=
Verwachten
Present
=
Huidige
Reunion
=
Reünie
Therefore
=
Daarom
Necessary
=
Noodzakelijk
To enquire
=
Informeren
To suit our demands
=
Aan onze vraag voldoen
Cot
=
Kinderbedje
High chair
=
Kinderstoel
Toddler
=
Kleuter / Peuter
surroundings
=
Omgeving
In return
=
Per omgaande
To browse
=
Zoeken
Besides
=
Bovendien
In advance
=
Bij voorbaat
Superb
=
Super
Access
=
Toegang
Spacious
=
Ruim
Splendid
=
Uitstekend
Mechanic
=
Monteur
Local
=
Plaatselijk
To appear
=
Blijken
To alter
=
Aanpassen