Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • adequately = voldoende
  • are aware of = bewust zijn van
  • board = plank
  • colleagues = collega’s
  • comply with = voldoen aan
  • ensuring = ervoor zorg dragend
  • exertion = inspanning
  • float = drijven
  • gear = versnelling
  • gravity = zwaartekracht
  • in accordance with = overeenkomstig
  • instruct = uitleggen
  • instruction = uitleg
  • is comprised of = bestaat uit
  • life jacket = zwemvest
  • opportunity = gelegenheid, kans
  • orienteering = gps tocht
  • pace = tempo
  • paddle = peddel
  • participate = deelnemen
  • positive attitude = positieve instelling
  • qualified = bevoegd
  • raft = vlot
  • ring = tandwiel
  • seat up to 4 people = bieden plaats aan 4 personen
  • slip = strookje
  • sunscreen = zonnebrandcreme
  • trails = parcours
  • tuition = les
  • valid = geldig