Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • coffee = koffie
  • every day = elke dag
  • homeless = dakloos
  • how much is it = hoeveel kost het
  • outside = buiten
  • poor = arm
  • ready = klaar
  • waiter = ober / kelner
  • a lot of = veel
  • black = zwart
  • blue eyes = blauwe ogen
  • brown hair = bruin haar
  • hate = een hekel hebben aan / haten
  • large = groot
  • look like = lijken op / lijken
  • people = mensen
  • place = plek
  • small = klein
  • sounds = klinkt
  • street = straat
  • talk = praten
  • back = terug
  • close to = dicht bij
  • date = afspraakje / afspraak / datum
  • fun = leuk
  • maybe = misschien
  • next = volgende
  • really = echt / echt waar
  • visit = bezoeken
  • ask = vragen
  • grandchildren = kleinkinderen
  • mean = bedoelen
  • now = nu
  • pretty = knap / mooi
  • today = vandaag