IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-3hv
AllRight1-3hv-H5-NE
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
invite
=
uitnodigen
fancy someone
=
iemand leuk vinden
lunch break
=
lunchpauze
PE teacher
=
gymdocent
sporty
=
sportief
pal
=
vriend / maatje
have a crush on someone
=
verliefd zijn op iemand
sensitive
=
gevoelig
cheat on someone
=
iemand bedriegen
anxious
=
nerveus / bang / benauwd
trust
=
vertrouwen
chat
=
kletsen / praten
lie
=
liegen
blush
=
blazen
opposite
=
tegenovergestelde / tegengestelde
attract
=
aantrekken
either ... or ...
=
of ... of ...
compare
=
vergelijken
result
=
resultaat
lazy
=
lui
sweet
=
aardig / lief
caring
=
zorgzaam
peace
=
vrede
gossip
=
roddel
fault
=
fout
pass
=
laten passeren / passeren
as well as
=
en ook
fear
=
bang zijn voor
Jew
=
jood
Arab
=
Arabier
Muslim
=
moslim
Christian
=
christen
enemy
=
vijand
behaviour / behavior
=
gedrag
wake up - woke up - waken up
=
wakker worden - werd wakker - wakker geworden
pray
=
bidden
kiss
=
zoen / kus
wear - wore - worn
=
dragen - droeg - gedragen
cheek
=
wang
all of a sudden / suddeny
=
plotseling
stir up
=
aanwakkeren / ophitsen
emotion
=
emotie
consider
=
overwegen / nadenken over
deny
=
ontkennen
bizarre
=
bizar
insist
=
aandringen / erop aandringen / eisen
define
=
een definitie geven van
university
=
universiteit
touch
=
aanraken / raken
response
=
antwoord / reactie
a whole range of
=
een hele reeks
continue
=
doorgaan / verdergaan
personality
=
persoonlijkheid
charm
=
charme
appearance
=
uiterlijk / verschijning
look like
=
eruitzien als
haircut
=
kapsel
straight
=
steil / sluik / glad haar
burn - burnt - burnt
=
branden - brandde - gebrand
after all
=
achteraf gezien
shy
=
verlegen
company
=
gezelschap
cute
=
leuk / leuk om te zien
text
=
sms'en
mean - meant - meant
=
bedoelen - bedoelde - bedoeld
desperate
=
wanhopig
silly
=
raar / maf / dwaas / gek
feeling
=
gevoel