Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • hazards / dangers = gevaren
  • part-time = parttime / deeltijd
  • job agency = uitzendbureau
  • sharp = scherp
  • burn = brandwond
  • shout = schreeuwen
  • straight away = meteen
  • lid = deksel
  • protect = beschermen
  • sweet = zoet
  • notice = merken / opmerken
  • reduce = verminderen
  • compare = vergelijken
  • through = door
  • science = natuurkunde
  • PE = gym
  • ability = vermogen
  • interest = interesse
  • similar = vergelijkbaar
  • education = onderwijs
  • necessary = nodig
  • value = waarde
  • smart = slim
  • step = stap
  • volunteer = vrijwilliger
  • employer = werkgever
  • skills = vaardigheden
  • image = beeld
  • apply for = solliciteren naar
  • business = bedrijf
  • dress = aankleden
  • prepared = voorbereid
  • key = sleutel
  • number = aantal
  • office = kantoor
  • job interview = sollicitatiegesprek
  • at school = op school
  • a.m. / am = voor 12 uur 's middags / voor 12 uur
  • p.m. / pm = na 12 uur 's middags / na 12 uur
  • receive = ontvangen