Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • countryside = platteland
  • experience = ervaren / beleven
  • shake hands = handen schudden
  • cheek = wang
  • refuse = weigeren
  • plate = bord
  • offend someone = iemand beledigen
  • odd = oneven
  • polite = beleefd
  • dish = gerecht
  • custom = gewoonte
  • educate / educate children = opvoeden / opvoeden van kinderen
  • politician = politicus
  • religious = godsdienstig
  • rude / impolite = onbeleefd / onbehoorlijk
  • crisps = chips
  • chew = kauwen
  • gesture = gebaar
  • remain = blijven
  • touch = aanraken
  • though = echter
  • pour = inschenken
  • Cheers! = Proost!
  • drink - drank - drunk = drinken - dronk - gedronken
  • insist upon = erop staan / staan erop / aandringen op / dringen aan op
  • wrap = inpakken
  • greedy = hebberig / hebzuchtig
  • embrace = omhelzen
  • raise = heffen / optillen
  • explanation = uitleg
  • foreigner = buitenlander
  • annual event = jaarlijks evenement
  • typical = typisch
  • hold - held - held = houden - hield - gehouden
  • consist of = bestaan uit
  • last = duren
  • loose = los
  • fence = hek
  • shut = sluiten
  • first-aid = eerste hulp
  • between = tussen
  • enter = binnenkomen
  • take part = meedoen / meedoen met
  • rocket = vuurpijl
  • keep up with = bijhouden
  • distance = afstand
  • dare = durven
  • space = ruimte
  • visitor = bezoeker
  • prize money = prijzengeld
  • various = verschillende
  • agriculture = landbouw
  • livestock = vee
  • taste = smaak
  • ferry = veerboot
  • book = reserveren
  • if possible = als het kan
  • single / single ticket = enkeltje / enkele reis
  • return / return ticket = retourtje / retour
  • bank card = bankpas
  • PIN number = pincode