Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • publish = uitgeven
  • slightly = enigszins / een beetje
  • character = personage
  • get hooked on = verslaafd aan / verslaafd raken aan
  • tuck away = wegstoppen
  • author = schrijver / auteur
  • plot = plot / verhaal
  • members of the police = politiemensen / agenten / politiemannen
  • fictional = verzonnen / fictief
  • sign = signeren van een boek / signeren
  • take notice = opletten
  • gradually = langzaam maar zeker / geleidelijk
  • charge = beschuldigen
  • ability = talent / bekwaamheid
  • lose touch with = uit het oog verliezen
  • notebook = schrift
  • heroine = heldin
  • paw = poot
  • confuse = verwarren / in de war brengen
  • smallpox = pokken (ziekte) / pokken
  • mankind = mensheid / de mens
  • infectious = besmettelijk / besmettelijke
  • cope with = het hoofd bieden aan / aankunnen
  • weak = flauw / flauwe
  • make their appearance = optreden
  • passer-by = voorbijganger
  • slice = plak / plakje / stuk / stukje
  • desire = verlangen
  • weather permitting = als het weer het toestaat
  • spinster = oude vrijster / ongetrouwde oude vrouw / oude ongetrouwde vrouw
  • terraced house = rijtjeshuis / eengezinswoning
  • rare = zeldzaam / voortreffelijk
  • valuer = taxateur / iemand die de waarde schat
  • stumble across something = tegen iets aanlopen / toevallig aantreffen
  • watercolour = aquarel (met waterverf) / aquarel
  • oil painting = olieverfschilderij
  • between them = samen / bij elkaar
  • electric fire = kachel
  • astonishing = verbazingwekkend
  • display = tentoonstellen
  • auctioneers = veilinghuis
  • equivalent of = iets wat gelijk is aan / iets dat gelijk is aan
  • giant = enorm / enorme / gigantisch / gigantische
  • gallery = museum / kunstgallerie / gallerie
  • image = afbeelding / plaatje
  • depth = diepte
  • pretend = doen alsof
  • hilarious = waanzinnig leuk / hilarisch
  • bungling = stuntelend / klungelig / onhandig