IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-4gt
AllRight1-4gt-H5-EN ->
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
science laboratory
=
scheikundelokaal
scientific experiment
=
scheikundeproef
discharge
=
ontslaan (naar huis) / ontslaan / naar huis mogen / naar huis laten gaan
devastated
=
helemaal van streek
dense patch of fog
=
dichte mistbank
virtually
=
bijna / vrijwel
band
=
strook / streep
flooding
=
overstroming
carriageway
=
rijbaan
overturned
=
gekanteld / gekantelde
retailer
=
winkel
blend
=
mengsel / combinatie
prone to
=
gauw last hebbend van
feature
=
vertonen / hebben
venue
=
plaats / locatie
introductory session
=
introductiebijeenkomst
prior to
=
voor / voorafgaand aan
conduct
=
uitvoeren / doen
resemble
=
lijken op
handlebars
=
stuur (van een fiets) / stuur
curved
=
gebogen
bumpy
=
hobbelig
sturdy
=
stevig / stevige / sterk / sterke
upright
=
rechtop
genuine
=
echt / echte
commuter
=
forens
stunner
=
iets heel moois
steer
=
sturen / besturen
rigorous test
=
zware proef
solid
=
stevig / stevige / degelijk / degelijke
justify
=
verantwoorden
restrict to
=
beperken tot
adjustable
=
verstelbaar
free trial
=
gratis proefperiode / gratis proef / op proef
enjoyment
=
plezier
foundation
=
fundament
competitive sport
=
wedstrijdsport
altogether
=
helemaal / voorgoed
adapt
=
aanpassen
pressure
=
onder druk zetten
involved with
=
betrokken bij
umpire
=
scheidsrechter
self-esteem
=
zelfrespect / gevoel van eigenwaarde
expectations
=
verwachtingen
failure
=
mislukking
accomplishment
=
prestatie
defeat
=
nederlaag
capacity
=
vermogen / talent
queue up
=
in de rij gaan staan / in de rij staan
pavement
=
stoep / trottoir