Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • pleased = tevreden
  • delighted = heel blij / verheugd
  • take advantage of = profiteren van / ervan profiteren
  • wonderful = fantastisch / fantastische
  • advantage = voordeel
  • striker = spits
  • victory = overwinning
  • kick-off = aftrap
  • development = ontwikkeling
  • government = regering / overheid
  • increase = toename
  • according to = volgens
  • benefit = nut / voordeel
  • burn = verbranden
  • decrease = verminderen / afnemen / afname
  • wrestler = worstelaar
  • shore = kust
  • provide = bieden
  • venue = plaats
  • disappointment = teleurstelling
  • ultimate = toppunt van / het toppunt van
  • guarantee = garanderen / verzekeren
  • layers = lagen
  • leisure = vrije tijd
  • handle = handvat
  • approved = goedgekeurd
  • achieve = bereiken / behalen
  • regular = vast / vaste
  • membership = lidmaatschap
  • squad = team
  • manage = erin slagen / slagen erin
  • lately = de laatste tijd
  • in a row = op rij
  • awesome = te gekke / te gek / geweldig / geweldige
  • hip = heup
  • bother = hinderen / storen
  • unbearable = ondraaglijk
  • superstitious = bijgelovig
  • purpose = doel / bedoeling
  • hoop = ring
  • court = veld / speelveld
  • kit = sporttenue / tenue