Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • admission = toegangsprijs
  • annual = jaarlijks
  • barrel = vat / ton
  • beat = verslaan
  • cereal = ontbijtgranen
  • control = bedieningsknop
  • cooker / stove = fornuis / kookplaat
  • courage = moed
  • cruel = wreed
  • fight = gevecht
  • flour = bloem
  • grab = vastpakken / grijpen
  • groceries = boodschappen
  • grocery store = kruidenierswinkel
  • rope = met lasso vangen / touw
  • saddle = zadel
  • switch on = aanzetten / inschakelen
  • tie = vastbinden
  • window = raam
  • wrestle = worstelen
  • approach = benaderen / dichtbij komen
  • bump into = botsen met / tegenkomen
  • conversation = gesprek
  • counter-clockwise = tegen de klok in
  • gentle = rustig / zachtaardig
  • get lost = verdwalen
  • light = aansteken
  • loop = lus
  • perform = uitvoeren
  • polite = beleefd
  • rectangular = rechthoekig
  • reins = teugels
  • right of way = voorrang
  • safety = veiligheid
  • slip = uitglijden
  • spill = morsen
  • argue = ruziemaken
  • background = achtergrond
  • cheat = spieken / valsspelen
  • court = speelveld
  • cycling shorts = wielrenbroek
  • gymnastics = gymnastiek
  • height = hoogte / lengte
  • lift = optillen / tillen
  • lose your temper = boos worden
  • opponent = tegenstander
  • property = bezit / eigendom
  • referee = scheidsrechter
  • scar = litteken
  • tiny = heel klein
  • trip = struikelen
  • turn = beurt
  • weight-lifting = gewichtheffen
  • wrestler = worstelaar
  • youngster = jongere
  • annoying = irritant
  • board game = bordspel
  • comedy = komedie
  • due = verwachte aankomsttijd
  • hilarious = hilarisch / heel grappig
  • play cards = kaarten
  • post = op internet plaatsen
  • ridiculous = belachelijk
  • treasure hunt = speurtocht