Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • trash = vuilnis
  • reply = antwoord
  • silence = stilte
  • mistake = fout
  • memory = herinnering
  • disgusting = heel vies
  • complete = volledig
  • beg = smeken
  • relieved = opgelucht
  • abroad = in het buitenland
  • pay = loon
  • sofa = bank
  • bucket = emmer
  • cry = huilen
  • camp = kamperen
  • doorbell = deurbel
  • impress = indruk maken op
  • muscle = spier
  • gear = versnelling
  • wipe = schoonvegen
  • rude = brutaal
  • look = eruitzien
  • smoke = roken
  • against = tegen
  • relationship = relatie
  • earring = oorbel
  • nose ring = neusring
  • cigarette = sigaret
  • worried = bezorgd
  • dress = zich kleden
  • argue = ruziemaken
  • public school = openbare school
  • former = voormalig
  • chain = ketting
  • reaction = reactie
  • because of = vanwege
  • brand = merk
  • pen pal = penvriend
  • ever = ooit
  • friendly = vriendelijk
  • adore = dol zijn op
  • colleague = collega
  • spare time = vrije tijd
  • comic = stripboek
  • foreign = buitenlands
  • clean = schoon
  • feel sorry for = medelijden hebben met
  • creative = creatief
  • issue = nummer
  • message = bericht
  • meeting = vergadering
  • chairman = voorzitter
  • result = resultaat
  • besides = bovendien
  • additional = ook nog
  • even though = ondanks
  • overall = over het geheel genomen
  • honestly = eerlijk gezegd
  • entirely = helemaal
  • determined = vastbesloten
  • shortly = zo
  • afterwards = daarna
  • make mention of = vermelden