IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-5havo
Ofcourse2-5h-H3-EN ->
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
to brand
=
brandmerken als
clerk (AE) / clerk
=
winkelbediende
assault and battery
=
geweldpleging
corporate
=
bedrijfs- / bedrijfs
flimsy
=
dun en snel kapot
general store (AE) / general store
=
winkel, in een kleine plaats, waar van alles gekocht kan worden / winkel / winkel in een kleine plaats / winkel waar van alles gekocht kan worden
jolt
=
schok
to pine for
=
smachten naar
slacks (AE) / slacks
=
lange broek
stale
=
niet vers
violation
=
het breken / schending
in vogue
=
in de mode
appraisal
=
evaluatie
crammed with
=
volgepropt / volgepropt met
fluid
=
vloeistof
to log
=
officieel registreren
to prolong
=
verlengen
to recite
=
opzeggen / citeren
rogue
=
schurk
tailored to
=
aanpassen aan
advocate
=
voorstander
to comprehend
=
begrijpen
convenience food
=
kant-en-klaarmaaltijd / diepvriesmaaltijd
to dominate
=
overheersen
exponentially
=
zeer snel
fancy
=
luxe
flagrant
=
schandelijk en respectloos / schandelijk
mall
=
winkelcentrum
nutrition
=
voedingsleer
obesity
=
zwaarlijvigheid
pediatrics
=
kindergeneeskunde
proliferation
=
toename
to rank among
=
rekenen tot / beschouwd worden als
sedentary
=
zittend leven leidend / weinig lichaamsbeweging vereisend
to soar
=
plotseling sterk stijgen
tube
=
tv
victimized
=
laten lijden op een onbillijke manier / laten lijden
deluge
=
stortvloed
devastated
=
vernietigen
inundated
=
onder water komen staan
latitude
=
breedtegraad
mainstream
=
belangrijkste / belangrijkste groep
to mask
=
een gevoel verbergen / een feit verbergen / verbergen
mudslide
=
modderstroom
reversal
=
ommekeer
trapped
=
vastzetten / vasthouden
to trigger
=
in gang zetten / veroorzaken
unequivocal
=
duidelijk
to evolve
=
zich ontwikkelen
peninsula
=
schiereiland
arduous
=
zwaar / inspannend
cleric
=
geestelijke
to commit to
=
beloven zich in te zetten voor
commitment
=
enorme inzet
to console
=
troosten / bemoedigen
dimly
=
maar net / een beetje
dispersal
=
verspreiding / het uit elkaar gaan
inhibitions
=
innerlijke remmingen / remmingen
pandemic
=
algemene volksziekte
persisted
=
doorgaan ondanks moeilijkheden
poll
=
onderzoek via enquête / onderzoek
to reverse
=
de richting van iets helemaal veranderen
to spotlight
=
onder de aandacht brengen
susceptibility to
=
ontvankelijkheid / gevoeligheid voor
to temper
=
matigen / verminderen
to vent your anger at s.b.
=
je woede afreageren op iemand
vigorous
=
zeer actief / vol energie
compulsive
=
dwangmatig
crack
=
spleet
to detonate
=
tot ontploffing brengen
ludicrous
=
belachelijk
to render useless
=
nutteloos maken
risk assessment
=
risicoanalyse
smallpox
=
pokken
to instill
=
inprenten / geleidelijk bijbrengen
to prompt
=
iemand ertoe brengen
to repress
=
onderdrukken
to size up
=
taxeren / schatten
sparse
=
gering
to transmit
=
een ziekte overdragen / overdragen