IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Of course!
Of course2-5havo
Ofcourse2-5h-H3-NE
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
consulting business
=
adviesbureau
ties
=
(sterke) band / band
to deceive
=
bedriegen
corporation
=
bedrijf / onderneming
upcoming
=
binnenkort te verwachten
potential
=
eventuele / mogelijke
by the way
=
tussen twee haakjes
For crying out loud! (AE) / For crying out loud!
=
In hemelsnaam!
fashionable
=
in de mode / modieus
bargain
=
koopje
to shrink
=
krimpen
designer clothes
=
merkkleding
hyped-up
=
opgeklopt
to cough up
=
ophoesten / op tafel leggen (fig.) / op tafel leggen
I’m pressed for time.
=
De tijd dringt.
conservative
=
traditioneel ingesteld
to release
=
het uitbrengen
to afford
=
zich veroorloven
legislation
=
wetgeving
to recommend
=
aanbevelen
purchase
=
aankoop
substantial
=
aanzienlijk
to confirm
=
bevestigen
evidence
=
bewijsmateriaal / bewijs
consumer
=
consument
consequently
=
dus / dientengevolge
physical
=
fysiek / lichamelijk
mental
=
geestelijk
allegations
=
onbewezen beschuldiging
enquiry
=
onderzoek
intolerable
=
onverdraagbaar
muscular injury
=
spierletsel
exploitation
=
uitbuiting
improvement
=
verbetering
to provide
=
verschaffen
to represent
=
vertegenwoordigen
bug
=
virus
proposal
=
(formeel) voorstel / voorstel
to put on weight / to put on / to gain
=
aankomen (in gewicht) / aankomen
counter
=
balie
bankrupt
=
bankroet
to contain
=
bevatten
contributor
=
bijdrager
roll
=
broodje
dietician
=
diëtist
to be bombarded with
=
doodgegooid worden met (fig.) / doodgegooid worden met
merry-go-round
=
draaimolen
impact
=
enorm effect
label
=
etiket
cure
=
geneesmiddel
self-esteem
=
gevoel van eigenwaarde
habit
=
gewoonte (van iemand) / gewoonte
health care
=
gezondheidszorg
bright
=
helder
to brainwash
=
hersenspoelen
resident
=
inwoner
vulnerable
=
kwetsbaar
low-fat
=
mager / vetarm
co-founder
=
mede-oprichter
brand
=
merk
approximately
=
ongeveer
unnoticed
=
onopgemerkt
cereals
=
ontbijtgranen
sincere
=
oprecht
carton of milk
=
pak melk
shelf
=
schap
toy
=
speelgoed
wheat
=
tarwe
overweight
=
te zwaar
pastime
=
tijdverdrijf / hobby
challenging
=
uitdagend
ultimate / after all
=
uiteindelijk
beyond
=
verder dan / voorbij
to package
=
verpakken
fibre
=
vezel
whole wheat
=
volkoren
willpower
=
wilskracht
to contribute to
=
een bijdrage leveren aan
vapour
=
damp / stoom
threshold
=
drempel
to insist on
=
ergens op staan
a proportion
=
gedeelte
to chart
=
in kaart brengen
potent
=
krachtig
disaster
=
ramp
sewer
=
riool
to conspire
=
samenzweren
to multiply
=
vermenigvuldigen
to suspect
=
(iets negatiefs) vermoeden / vermoeden
to accelerate
=
versnellen
to disrupt
=
verstoren
refugee
=
vluchteling
to predict
=
voorspellen
to reflect
=
weerkaatsen
to get involved in
=
betrokken raken bij
property
=
eigendom / speciale eigenschap van iets
appropriate
=
gepast / geschikt (voor een bep. situatie) / geschikt
injured
=
gewond
boundary
=
grens
layer
=
laag
to maintain
=
onderhouden
to ponder
=
overdenken
to switch to
=
overschakelen op
to respond to
=
reageren op
to justify
=
rechtvaardigen
rigid
=
stijf / niet flexibel
branch
=
afdeling / tak
to rely on
=
vertrouwen op
to modify
=
aanpassen (om geschikter te maken) / aanpassen
dependent on
=
afhankelijk van
to reward
=
belonen
to calculate
=
berekenen
exposure to
=
blootstelling aan
lethal
=
dodelijk / fataal
misconception
=
foute opvatting / misvatting
similar
=
gelijk
estimated
=
geschatte
agonising
=
hartverscheurend
to enable
=
in staat stellen
to ring
=
klinken / luiden
vulnerability
=
kwetsbaarheid
life expectancy
=
levensverwachting
to underestimate
=
onderschatten
denial
=
ontkenning
ignorance
=
onwetendheid
emergence
=
opkomst / groei
an abundance of
=
overvloed aan
rate
=
percentage
to pledge
=
plechtig beloven
prosperous
=
rijk / welvarend
reluctant
=
met tegenzin
to delay
=
uitstellen
to cling to
=
(halsstarrig) vasthouden aan / vasthouden aan
to improve
=
verbeteren
to condemn
=
veroordelen
prevention
=
voorkomen
orphan
=
weeskind
scary
=
angstaanjagend
to regard as
=
beschouwen als
to plant bombs
=
bommen leggen
objective
=
doel
target
=
doelwit
idly
=
doelloos / passief
by means of
=
door middel van
to endure
=
iets pijnlijks doorstaan / doorstaan / meemaken
sane
=
geestelijk gezond
domestic
=
huiselijk
mercy
=
medelijden
to oppress
=
onderdrukken
queue
=
rij mensen
to shatter
=
ruïneren (een leven) / ruïneren
to preserve
=
bewaren
suspicious
=
verdacht
global
=
wereldwijd / over de hele wereld
suicide bombing
=
zelfmoordaanslag
appointment
=
afspraak
in response
=
in antwoord op
to convey a message
=
een boodschap overbrengen
to demand
=
eisen / verlangen
leaflet
=
folder
to get carried away
=
zich laten gaan / meeslepen
to pack
=
inpakken
survey
=
onderzoek (naar de mening van mensen) / onderzoek
to tackle a problem
=
een probleem aanpakken
reckless
=
roekeloos
to insist that
=
erop staan dat
to launch
=
starten / opzetten
to admit
=
toegeven
to be determined
=
vastbesloten zijn
confidential
=
vertrouwelijk
to catch a disease
=
een ziekte oplopen