IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-4vwo
Ofcourse3-4v-H4-NE (Nieuw)
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
to cover
=
bedekken / verslag uitbrengen van / omvatten / bestrijken
petrol station
=
benzinestation
destination
=
bestemming
out of order
=
buiten gebruik
to participate in
=
deelnemen aan
to share
=
delen
keen on
=
dol op
first aid
=
eerste hulp
optional
=
facultatief / niet verplicht
even
=
gelijk
favourable
=
gunstig
GP
=
huisarts
to include
=
inhouden / bevatten
abroad
=
naar het buitenland
apparently
=
kennelijk
fee
=
kosten / vergoeding
rewarding
=
lonend / de moeite waard
on behalf of
=
namens
approximately
=
ongeveer
platform
=
perron
to attempt
=
proberen
disastrous
=
rampzalig
guidebook
=
reisgids
return ticket
=
retourtje
taste
=
smaak
rapidly
=
snel
town plan
=
stadsplattegrond
numerous
=
talrijke
coincidence
=
toeval
exceptional
=
uitzonderlijk
determined
=
vastbesloten
to provide
=
verschaffen / voorzien van
variety of
=
verscheidenheid aan
to forecast
=
voorspellen
tourist information centre
=
VVV
to appreciate
=
waarderen
little
=
weinig (+ enkelvoud) / weinig
few
=
weinig (+ meervoud) / weinig
injury
=
wond
disease
=
ziekte
health insurance
=
ziektekostenverzekering
to fall ill
=
ziek worden
to tackle
=
aanpakken van een probleem / aanpakken
to affect
=
aantasten / invloed hebben op / treffen
on the whole
=
over het algemeen
as a result of that
=
als gevolg daarvan
aware
=
bewust
sights
=
bezienswaardigheden
similar
=
bijna hetzelfde als
colleague
=
collega
obvious
=
duidelijk
to acknowledge
=
erkennen
to have in common
=
gemeen hebben
self-esteem
=
gevoel van eigenwaarde
to fit in
=
goed aangepast zijn
heap
=
hoop
directions
=
instructies / aanwijzingen
to gain insight into
=
inzicht krijgen in
issue
=
kwestie
ruthless
=
meedogenloos
approach
=
methode
to tend to
=
neigen
useful
=
nuttig
independent
=
onafhankelijk
education
=
onderwijs
to solve
=
oplossen
solution to
=
oplossing voor
touchy
=
prikkelbaar
wealth
=
rijkdom
low-paid
=
slecht betaald
sloppy
=
slordig
truancy
=
spijbelen
by the end of
=
tegen het einde van
to have confidence in
=
vertrouwen hebben
prospects
=
vooruitzichten
valuable
=
waardevol
unemployed
=
werkloos
to adjust
=
zich aanpassen aan
variety
=
afwisseling
separate
=
afzonderlijk
to pay a visit
=
een bezoek brengen
fine
=
boete
guard
=
conducteur
to take
=
duren
century
=
eeuw
power plant
=
elektriciteitscentrale
scary
=
eng / angstaanjagend
fish and chips
=
friet met vis / patat met vis
witness
=
getuige
cosy
=
gezellig
to scream
=
gillen
free
=
gratis
horror film
=
griezelfilm
creepy
=
griezelig / eng
match
=
lucifer
by underground
=
met de ondergrondse
quite a lot
=
nogal wat
to host
=
optreden als gastheer
to cross
=
oversteken
text message
=
sms’je
steep
=
steil
rather
=
tamelijk
exhibit
=
tentoongesteld voorwerp
entrance fee
=
toegangsprijs
advantage
=
voordeel
to jump the queue
=
voordringen
including
=
waaronder
appealing
=
aantrekkelijk
to base on
=
baseren op
intention
=
bedoeling / plan
in addition to
=
behalve / naast
sense
=
besef / gevoel
to claim
=
beweren
to object to
=
bezwaar maken tegen
to attend
=
bijwonen / naartoe gaan
to remain
=
blijven
source
=
bron
extraordinary
=
buitengewoon
comment
=
commentaar
by means of
=
door middel van
belongings
=
eigendommen
vast
=
enorm
commuters
=
forensen
host
=
gastheer
patience
=
geduld
faith
=
geloof
to grab
=
grijpen / pakken
convenient
=
handig / gemakkelijk
to restore
=
herstellen
to disagree
=
het oneens zijn
concept
=
idee
to enable
=
in staat stellen
option
=
keuze
viewers
=
kijkers
brief
=
kort
to rely on
=
kunnen rekenen op / rekenen op
stomach
=
maag
potential
=
mogelijkheid om te ontwikkelen
to approach
=
naderen
emphasis
=
nadruk
to amount to
=
neerkomen op
unsuspecting
=
niets vermoedend
instantly
=
onmiddellijk / meteen
to deny
=
ontkennen
to survive
=
overleven
convinced
=
overtuigd
achievement
=
prestatie
to regret
=
spijt krijgen
increasingly
=
steeds meer
challenging
=
uitdagend
exhausted
=
uitgeput
benefit
=
uitkering / toelage
to come in handy
=
van pas komen
connection
=
verbinding
to extend
=
verlengen
appalling
=
verschrikkelijk
delay
=
vertraging
to replace
=
vervangen
to benefit from
=
voordeel hebben van
as for
=
wat betreft
global
=
wereld
to expose
=
zich blootstellen aan
appliance
=
apparaat
foreign
=
buitenlands
close to
=
dichtbij
crowded
=
druk / vol
genuine
=
echt / origineel
owner
=
eigenaar
single
=
enkeltje
host family
=
gastgezin
annoyed
=
geërgerd
at the most
=
hoogstens
to stand in line
=
in de rij staan
to be embarrassed
=
in verlegenheid gebracht
wardrobe
=
kleerkast
either … or
=
óf … óf
environment
=
omgeving
tube
=
de ondergrondse
awful
=
ontzaglijk
ignorant
=
onwetend / dom
to guess
=
raden
fluency
=
spreekvaardigheid
dessert
=
toetje
happened to
=
toevallig (+ w.w.) / toevallig
to treat to
=
trakteren op
to improve
=
verbeteren
engagement ring
=
verlovingsring
humiliated
=
vernederd
through
=
via
especially
=
vooral
to provide with
=
voorzien van
previous
=
vorig / eerder
department store
=
warenhuis
to shoplift
=
winkeldiefstal plegen