IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-6vwo
Ofcourse3-6vwo-H7-NE
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
address
=
iemand aanspreken / aanspreken
call off
=
afzeggen
barrier
=
belemmering
crew
=
bemanning
define
=
beschrijven
frown
=
fronsen
merciless
=
genadeloos
boundary
=
grens
grin
=
grijnzen
it cost me an arm and a leg
=
het was een rib uit mijn lijf
vain
=
ijdel
snug
=
knus
moan
=
kreunen
remedy
=
middel / oplossing
lenient
=
mild
scenery
=
natuurschoon
practice makes perfect
=
oefening baart kunst
bribery
=
omkoping
awkward
=
onhandig
under the weather
=
onwel
boast
=
opscheppen
chips
=
patat / friet
touchy
=
prikkelbaar
marginal
=
verwaarloosbaar / heel klein
regulation
=
reglement
sum up
=
samenvatten
sob
=
snikken
jeer
=
uitjouwen
vessel
=
vaartuig / boot
union
=
vakbond
despise
=
verachten
make a slip of the tongue
=
zich verspreken
former
=
voormalig
take precedence over
=
voorrang hebben op
cheerful
=
vrolijk
gravity
=
zwaartekracht
turn down
=
afslaan
immigrant
=
allochtoon
wiring
=
bedrading
leaflet
=
brochure
roll
=
broodje
the man in the street
=
de gewone man
misfortunes never come single
=
een ongeluk komt nooit alleen
copy
=
exemplaar
guarantee
=
garantie
shriek
=
gillen
preface
=
inleiding / voorwoord
let's call it a day
=
laten we er voor vandaag maar 'n punt achter zetten
go to the polls
=
naar de stembus gaan
scribble
=
neerkrabbelen / snel opschrijven
disregard of
=
het negeren van / negeren van
issue
=
nummer
unprecedented
=
ongekend
lump together
=
op één hoop gooien
novelist
=
romanschrijver
make ends meet
=
rondkomen
notebook
=
schrift
talkative
=
spraakzaam
fluency
=
spreekvaardigheid
vacuum cleaner
=
stofzuiger
dishwasher
=
vaatwasser
trap / trapping
=
valkuil
beforehand
=
van tevoren
broaden
=
verbreden
suspected
=
verdacht
plea
=
verzoek
be the laughing stock
=
voor schut staan
the bottom-line is / the bottom line is
=
waar het op neerkomt
refusal
=
weigering
mammal
=
zoogdier
litter
=
zwerfafval
bring charges against
=
aanklacht indienen
switch
=
aanzetten
working class
=
arbeidersklasse
preposterous
=
belachelijk
required
=
benodigd
censor
=
censureren
that is putting it mildly
=
dat is zacht uitgedrukt
participation
=
deelname
beat about the bush
=
eromheen praten
data bank
=
gegevensbank
start from scratch
=
helemaal opnieuw beginnen
talk at cross purposes
=
langs elkaar heen praten
not to mention
=
om maar niet te spreken van
tipping point
=
omslagpunt
out of the blue
=
onverwachts
detention
=
opsluiting
track down
=
opsporen
post
=
paal
spot
=
plek
prey
=
prooi
riot
=
rel
rioter
=
relschopper
belt
=
riem
predator
=
roofdier (ook figuurlijk) / roofdier
alive and kicking
=
springlevend
sanction
=
strafmaatregel / sanctie
flow
=
stroom
shrub
=
struik
go against the grain
=
tegen de draad in gaan
telecommuting
=
telewerken
come true
=
uitkomen (dromen) / uitkomen
increased
=
verhoogd
illuminate
=
verlichten
prosecute
=
vervolgen
pervert
=
viezerik
indefinitely
=
voor onbepaalde tijd
proposition
=
voorstel
as well as
=
zowel … als / evenals
narrow-minded
=
bekrompen
concrete
=
beton
consciousness
=
bewustzijn
engaged
=
bezet
fine
=
boete
consistent
=
consequent
clear the table
=
de tafel afruimen
lay the table / set the table
=
de tafel dekken
Practise what you preach.
=
Doe waar je voor staat.
proprietor
=
eigenaar
plug in
=
in het stopcontact steken
empathy
=
inlevingsvermogen
chest
=
kist
drizzle
=
miezeren / motregenen
odd
=
oneven
falsely
=
onterecht
intolerant
=
onverdraagzaam
impostor
=
oplichter
interest
=
rente
reckless
=
roekeloos
compile
=
samenstellen
tear down
=
slopen
slip-up
=
slordige fout
internship
=
stage
intern
=
stagiair
deposit
=
statiegeld
argue
=
stellen / beweren
torrent
=
stortvloed
carpenter
=
timmerman
accelerate
=
versnellen
request
=
verzoeken
fertile
=
vruchtbaar
prejudice
=
vooroordeel
restraint
=
zelfbeheersing
nag
=
zeuren
entry form
=
aanmeldingsformulier
applicant
=
aanvrager
diversion
=
afleiding
copyright
=
auteursrecht
profit from
=
baat hebben bij
apart from
=
behalve / naast
assessment
=
beoordeling / evaluatie
competitor
=
concurrent
survey
=
enquêteren
take care
=
ervoor zorgen
work out
=
fitnessen
excerpt
=
fragment
be presented with a problem
=
geconfronteerd worden met een probleem
short-listed
=
genomineerd
muscular
=
gespierd
susceptible to
=
gevoelig voor
non-violence
=
geweldloosheid
excuse
=
goedpraten
lead somebody to believe
=
iemand doen geloven
imply
=
betekenen / inhouden
registration
=
inschrijving
vulnerable to
=
kwetsbaar voor
legitimate
=
legitiem / wettelijk toegestaan
potential
=
mogelijke
undermine
=
ondermijnen
redundant
=
overbodig
transmit
=
overbrengen
be overweight
=
overgewicht hebben
by definition
=
per definitie
justify
=
rechtvaardigen
until recently
=
tot voor kort
runner-up
=
tweede (in een wedstrijd) / tweede
provide with
=
verschaffen
live up to
=
voldoen aan
supposedly
=
zogenaamd
outweigh
=
zwaarder wegen dan