Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • workplace = werkplek
  • scene = scène
  • actor = acteur
  • director = regisseur
  • unreal = onecht
  • rehearse = repeteren
  • voice = stem
  • weak = zwak
  • speak up = praat harder
  • crew = ploeg
  • clear = duidelijk
  • keep in touch = op de hoogte blijven
  • screen = scherm
  • tried = probeerde
  • cable = kabel
  • producers = producenten
  • above = boven
  • show = laten zien
  • behind = achter
  • took = nam
  • guides = gidsen
  • the same = hetzelfde / dezelfde / hetzelfde, dezelfde
  • essential = heel belangrijk
  • opposite = tegenover
  • outside = buiten
  • perform = optreden
  • straight = rechtstreeks
  • security guards = veiligheidsbeambten
  • stage = podium
  • bouncer = uitsmijter
  • bald = kaal
  • fierce = woest
  • signature = handtekening
  • go ahead = ga je gang
  • wig = pruik