Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • to fancy = zin hebben in
  • suspicious = verdacht
  • likely = aannemelijk
  • trouble = problemen
  • to lend = lenen (aan iemand) / aan iemand lenen / lenen aan iemand / lenen
  • to recall = herinneren
  • although = hoewel
  • annoys = ergert
  • being in debt = een schuld hebben
  • to owe = schuldig zijn
  • to object to = bezwaar hebben
  • sneaky = gluiperig
  • dropped = liet vallen
  • spending = uitgeven
  • earning = verdienen
  • shed = schuur
  • lawn = gazon
  • to text = sms’en
  • to run out of = geen … meer hebben
  • credit = tegoed
  • highest = hoogste
  • pregnancies = zwangerschappen
  • giving birth = bevallen (van een baby) / bevallen van een baby / bevallen
  • charity = liefdadigheidsinstelling
  • dealt with = omgingen met
  • got pregnant = werd zwanger
  • to disappoint = teleurstellen
  • baggy = slobberig
  • to get rid of = kwijtraken
  • to stick by = steunen
  • poverty = armoede
  • to rely on = vertrouwen op
  • welfare = bijstandsuitkering
  • adolescents = tieners
  • to occur = voorkomen
  • victim = slachtoffer
  • abuse = misbruik
  • neglect = verwaarlozing
  • sentenced = veroordeeld
  • jail = gevangenis
  • released = vrijgelaten
  • behaviour = gedrag
  • burglary = diefstal
  • carrying = dragen
  • gun = pistool
  • pleaded guilty = bekende schuld
  • straightaway = onmiddellijk
  • inside = binnen
  • staring = starend
  • ceiling = plafond
  • to exercise = sporten
  • inmates = gevangenen
  • restless = rusteloos
  • riots = rellen
  • loneliness = eenzaamheid
  • serving time = zitten (in de gevangenis) / in de gevangenis zitten / zitten in de gevangenis
  • separately = apart
  • putting ... off = afschrikken
  • according to = volgens
  • leading = vooraanstaand
  • to conceal = verbergen
  • education = onderwijs