Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • over there = daar, daarginds / daar / daarginds
  • pretty = knap
  • the web = het internet
  • meeting = vergadering
  • silly = dom
  • secretary = secretaresse
  • today = vandaag
  • late = te laat
  • news team = nieuwsteam
  • photograph = foto
  • photographs = foto’s
  • take photographs = foto’s nemen
  • sports editor = sportredacteur
  • fashion = mode
  • page = pagina, bladzijde / pagina / bladzijde
  • of course = natuurlijk
  • crossword puzzle = kruiswoordpuzzel
  • British = Brits, Engels / Brits / Engels
  • serious = serieus
  • thin = dun
  • joke = grap
  • mad = boos
  • You’re right. = Je hebt gelijk.
  • boss = baas
  • assistant = assistent