Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • show = laten zien
  • costume = kostuum
  • Cinderella = Assepoester
  • ball = bal
  • after all = dan toch, uiteindelijk / dan toch / uiteindelijk
  • tease = plagen
  • interest = interesse, belangstelling / interesse / belangstelling
  • darling = schat, lieveling / schat / lieveling
  • T-shirt = T-shirt
  • tights = panty, maillot / panty / maillot
  • cloak = cape
  • mask = masker
  • prefer = liever hebben
  • feel = voelen
  • right = echt
  • idiot = idioot
  • weird = vreemd
  • partner = partner
  • pick up = oppikken
  • stretch limo = verlengde limo
  • limo = limousine
  • get = worden / krijgen
  • term = termijn, trimester / termijn / trimester
  • fancied = hadden een oogje op
  • each other = elkaar
  • paid = betaalde
  • scary = eng
  • wait and see = wacht maar af
  • read = las / lezen
  • got = kreeg
  • pay = betalen
  • said = zei
  • say = zeggen