IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
3 vmbo-k-g-t
3 yellow-Unit7-Lesson32
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
disastrous
=
rampzalig
overnight
=
vannacht, tijdens de nacht / vannacht / tijdens de nacht
to wake
=
wakker worden
to suit
=
geschikt zijn voor
to burn
=
verbranden
to cover
=
bedekken
mistake
=
vergissing, fout / vergissing / fout
to be serious about something
=
iets serieus nemen
to fool around
=
aanlummelen, dollen / aanlummelen / dollen
result
=
uitslag
to predict
=
voorspellen
grades A-F
=
rapport- of toetscijfers (vergelijkbaar met cijfers 10-1 in Nederland)
personal tutor
=
mentor
to go on about
=
zeuren over, doorzeuren over / zeuren over / doorzeuren over
so-called
=
zogenaamd
to weigh
=
wegen
tear
=
traan
practically
=
praktisch, bijna / praktisch / bijna
no wonder
=
geen wonder
in peace
=
met rust
to break
=
ophouden, tot een einde komen / ophouden / tot een einde komen
zero
=
geen
energy
=
energie
to turn up
=
komen opdagen
promising
=
veelbelovend
musician
=
musicus
to meet
=
elkaar ontmoeten
met
=
ontmoette / ontmoetten elkaar / elkaar ontmoet
emotional
=
emotioneel, geestelijk / emotioneel / geestelijk
exhausted
=
uitgeput
stick insect
=
wandelende tak
to keep on about
=
doorzeuren over
kept on about
=
zeurde door over / zeurden door over / over doorgezeurd
potential
=
mogelijkheden
to be anorexic
=
lijden aan anorexia
adult
=
volwassene
dead
=
dood
to get a grip
=
de zaken onder controle krijgen
the Netherlands
=
Nederland
redhead
=
roodharige
freckles
=
sproeten
scholarship
=
studiebeurs