IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
4 vmbo-k-g-t
4 Yellow - Unit 2- Lesson 6
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
front
=
voorkant
stylish
=
stijlvol
to cut off / cut / cut
=
afknippen
mobile
=
mobiel
once
=
een keer, eens / een keer / eens
haircut
=
het knippen, kapsel / het knippen / kapsel
regularly
=
regelmatig
patience
=
geduld
disrespectful
=
respectloos, oneerbiedig / respectloos / oneerbiedig
to scare to death
=
doodsbang maken
shopping
=
boodschappen
market
=
markt
dryer
=
droger
to fancy
=
zin hebben in, trek hebben in / zin hebben in / trek hebben in
toasted
=
geroosterd
afters
=
toetje, nagerecht / toetje / nagerecht
to be done
=
klaar zijn
relief
=
opluchting
over-heated
=
oververhit
to moan
=
klagen
incident
=
gebeurtenis, incident / gebeurtenis / incident
visit
=
bezoek
nursing home
=
verzorgingshuis
change
=
verandering, afwisseling / verandering / afwisseling
visitor
=
bezoeker
baby
=
baby
grandson
=
kleinzoon
memory
=
geheugen
to be bored stiff
=
zich kapot vervelen
date
=
afspraak
to push
=
duwen
enjoy yourself
=
veel plezier
curl
=
krul
to concentrate
=
zich concentreren
elders
=
ouderen
tart
=
taart je
grumpy
=
humeurig, knorrig / humeurig / knorrig