IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
4 vmbo-k-g-t
4 Yellow unit 4 lesson 18
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
carefully
=
aandachtig
to boss someone about
=
de baas spelen over iemand
to take charge
=
de leiding nemen
grand
=
groots
reunion
=
reünie
to be in agreement about
=
het eens zijn over, akkoord gaan met / het eens zijn over / akkoord gaan met
to catch up with
=
bijpraten met, bijkletsen met / bijpraten met / bijkletsen met
rest
=
pauze, rust / pauze / rust
non-stop
=
onafgebroken, non-stop / onafgebroken / non-stop
suitable
=
geschikt
generally
=
meestal, gewoonlijk / meestal / gewoonlijk
necessary
=
noodzakelijk
to pretend
=
doen alsof
enemy
=
vijand
response
=
antwoord, reactie / antwoord / reactie
sunny
=
zonnig
inexpensive
=
goedkoop, voordelig / goedkoop / voordelig
sea
=
zee
Atlantic
=
Atlantisch
coast
=
kust
possibility
=
mogelijkheid
Med (Mediterranean)
=
Middellandse Zee
precisely
=
precies
footprint
=
voetafdruk
responsible
=
verantwoord
to join in
=
meedoen
Spain
=
Spanje
to increase
=
toenemen
further
=
verder
beach cabin
=
strandhuisje
to get engaged
=
zich gaan verloven
to quarrel
=
ruzie maken
surf
=
branding
Human Science
=
sociale wetenschappen
uni (university)
=
universiteit
unspoilt
=
onbedorven, ongerept / onbedorven / ongerept