IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
2 t-havo-vwo
2 blue-Unit4-Lesson18
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
to select
=
selecteren, uitkiezen / selecteren / uitkiezen
immediately
=
onmiddelijk, meteen / onmiddelijk / meteen
to make up your mind
=
beslissen
favourite
=
lievelingetje
present
=
aanwezig
away
=
weg
bright
=
helder, stralend / helder / stralend
likely
=
waarschijnlijk
in public
=
voor publiek
bath
=
bad
to compose
=
componeren, schrijven / componeren / schrijven
in private
=
privé
as usual
=
zoals gewoonlijk
suggestion
=
suggestie
talent
=
talent
professional(ly)
=
professioneel
professional
=
prof
precisely
=
precies
to pick
=
uitkiezen, kiezen / uitkiezen / kiezen
main
=
voornaamste, belangrijkste / voornaamste / belangrijkste
blind
=
blind
to hide
=
verbergen
hid
=
verborg, verborgen / verborg / verborgen
curtain
=
gordijn
solo
=
solo
performer
=
artiest
stage
=
toneel, podium / toneel / podium
to stand
=
staan
stood
=
stond, stonden / stond / stonden
daylight
=
daglicht
sunrise
=
zonsopgang
to give in
=
toegeven / opgeven
gave in
=
gaf toe, gaven toe / gaf toe / gaven toe / gaf op, gaven op / gaf op / gaven op
dawn
=
dageraad
tonight
=
vannacht, vanavond / vannacht / vanavond
applause
=
applaus
to jump
=
springen
Congratulations
=
Gefeliciteerd
soloist
=
solist