IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
2 t-havo-vwo
2 blue-Unit8-Lesson37
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
arrangement
=
afspraak
to take shape
=
gestalte krijgen
rep (representative)
=
vertegenwoordiger
to choose
=
kiezen
chose
=
koos, kozen / koos / kozen
chosen
=
gekozen
venue
=
locatie, plaats / locatie / plaats
function room
=
feestzaal
bomb
=
vermogen, fortuin / vermogen / fortuin
gym
=
gymnastieklokaal
apparently
=
blijkbaar, kennelijk / blijkbaar / kennelijk
ballroom
=
balzaal
to take
=
bergen, plaats bieden aan / bergen / plaats bieden aan
to decorate
=
versieren
theme
=
thema
DJ
=
dj, disk jockey / dj / disk jockey
regular
=
regelmatig
appearance
=
optreden
to provide
=
zorgen voor, verschaffen / zorgen voor / verschaffen
sound system
=
geluidsinstallatie
although
=
hoewel
live
=
live
to list
=
een opsomming geven
to rock
=
rockmuziek maken
teenage
=
tiener
business
=
het vak, het wereldje / het vak / het wereldje
selection
=
selectie, assortiment / selectie / assortiment
nibbles
=
hapjes
punch drink
=
bowl
juice
=
sap
to deal with
=
regelen, zorgen voor / regelen / zorgen voor
dealt
=
regelde, regelden / regelde / regelden / geregeld / zorgde voor, zorgden voor / zorgde voor / zorgden voor / gezorgd voor
fancy dress
=
gekostumeerd
to depend
=
afhangen van
beast
=
beest
marshmallow
=
spekkie
strawberry
=
aardbei
daze
=
verdoving
Dutch courage
=
dronkemansmoed
catering
=
catering
fountain
=
fontein
invisible
=
onzichtbaar