IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
3 t-havo-vwo
3 blue-Unit5-Lesson22
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
permission
=
toestemming
to refuse
=
weigeren
part
=
deel, gedeelte / deel / gedeelte
to fail to
=
niet kunnen, er niet in slagen om / niet kunnen / er niet in slagen om
to stand by
=
iemand steunen
to confess
=
bekennen, opbiechten / bekennen / opbiechten
to prevent
=
voorkómen
to break up
=
uiteenvallen
insane
=
gestoord, krankzinnig / gestoord / krankzinnig
to confide in
=
in vertrouwen nemen
to marry
=
trouwen met
stranger
=
vreemde
unwanted
=
ongewenst
to overhear / overheard / overheard
=
toevallig horen
runaway
=
weggelopen
to shelter
=
onderdak zoeken
conversation
=
gesprek
to spread / spread / spread
=
verspreiden / verspreidde / verspreid
rumour
=
gerucht
to apologize
=
je excuses aanbieden, zich verontschuldigen / je excuses aanbieden / zich verontschuldigen
nerves
=
zenuwen
to arrange
=
regelen, arrangeren / regelen / arrangeren
marriage
=
huwelijk
surprising / surprisingly
=
verbazingwekkend
to consider
=
overwegen, nadenken over / overwegen / nadenken over
to blame
=
de schuld geven, kwalijk nemen / de schuld geven / kwalijk nemen
to insist
=
voet bij stuk houden
to finish
=
afmaken
forced
=
gedwongen
to discourage
=
ontmoedigen
to force
=
dwingen
traditional
=
traditioneel
option
=
optie, keuze
calm(ly)
=
rustig, kalm / rustig / kalm
to dare
=
wagen, durven / wagen / durven
to hop off
=
ophoepelen
sympathetic(ally)
=
welwillend, vriendelijk / welwillend / vriendelijk
refuge
=
opvangcentrum