IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
4 havo-vwo
45 havo-Unit2-Lesson3
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
trip
=
reis
to be familiar (with)
=
bekend zijn (met) / bekend raken (met) / bekend zijn (met), bekend raken (met) / bekend raken (met), bekend zijn (met)
axis
=
spil / as / spil, as / as, spil
to spin
=
snel draaien
gravity
=
zwaartekracht
simulation
=
nabootsing / simulatie / nabootsing, simulatie / simulatie, nabootsing
shuttle
=
ruimtependel
mission
=
missie
task
=
taak
to manage
=
aankunnen
to be sick
=
overgeven / ziek zijn / misselijk zijn / ziek zijn, misselijk zijn, overgeven / overgeven, ziek zijn, misselijk zijn
piece of cake
=
eitje / makkie / makkie, eitje / eitje, makkie
weightless
=
gewichtloos
amazing
=
verbazingwekkend