Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • grown-up = volwassen
  • to guess = raden
  • to be busy = druk bezig zijn
  • usherette = portier / ouvreuse / portier, ouvreuse / ouvreuse, portier
  • sociable = gezellig in de omgang / sociaal / sociaal, gezellig in de omgang / gezellig in de omgang, sociaal
  • professional = beroepsspeler
  • pretty = tamelijk
  • talented = begaafd
  • gig = optreden
  • bright = slim
  • disruptive = ontwrichtend
  • to bunk off = spijbelen / ertussenuit knijpen
  • to creep = kruipen
  • apprenticeship = leer/werkcontract / leerlingschap / leer/werkcontract, leerlingschap / leerlingschap, leer/werkcontract
  • to fancy = inbeelden / verbeelden / verbeelden, inbeelden / inbeelden, verbeelden
  • brass instruments = koperen blaasinstrumenten
  • worldly = aards / werelds / aards, werelds / werelds, aards
  • idle = lui
  • thrifty = zuinig
  • irresolute = besluiteloos
  • unreliable = onbetrouwbaar