Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • word a = word b
  • afraid = bang
  • belt = riem
  • button = knoop
  • comfortable = gemakkelijk, comfortabel
  • comment = commentaar / opmerking
  • to dress = zich aankleden / zich kleden
  • to imagine = zich voorstellen
  • latest = nieuwst(e)
  • leather = leren
  • nasty = gemeen / naar
  • to own = bezitten
  • pocket = zak
  • popular = populair
  • real = echt
  • to reply = antwoorden
  • to sign in = intekenen / aanmelden
  • silly = dwaas / onnozel
  • skirt = rok
  • slim = slank
  • underneath = eronder