Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • adapt (to) = zich aanpassen
  • attitude = houding
  • aware = zich bewust
  • boundaries = grenzen
  • decent = fatsoenlijk
  • decision = beslissing
  • divide (to) = delen
  • figure out (to) = uitvogelen
  • focus (to) = concentreren
  • minor = minder belangrijk
  • necessary = nodig
  • outgoing = extravert, hartelijk
  • overcome (to) - overcame - overcome = overwinnen - overwon(nen) - overwonnen
  • personality = persoonlijkheid
  • refer to (to) = betrekking hebben op
  • result = uitkomst
  • similarity = overeenkomst
  • spot on = juist, precies goed
  • tease (to) = plagen
  • trait = eigenschap
  • whereas = terwijl