Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • ache (to) = pijn doen
  • amusing = vermakelijk
  • by accident = per ongeluk
  • cheerful = vrolijk
  • cheer up (to) = opvrolijken
  • childish = kinderachtig
  • down = depressief
  • dull = saai
  • fed up = er klaar mee
  • gossip = roddel
  • highlight = hoogtepunt
  • lame = suf
  • mind (to) = opletten
  • mop (to) = dweilen
  • nurse = verpleegkundige
  • on purpose = met opzet, expres
  • pretend (to) = doen alsof
  • slippery = glad
  • talkative = spraakzaam
  • to be honest = eerlijk gezegd
  • upbeat = positief
  • ward = afdeling