Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • accommodation = accommodatie
  • adventure = avontuur
  • annual = jaarlijks
  • besides = behalve
  • certainly = zeker, ongetwijfeld
  • competitor = deelnemer
  • ditch = sloot
  • equipment = uitrusting
  • experience = ervaring
  • meaning = betekenis
  • pleasant = aangenaam
  • plunge (to) = zich werpen, duiken
  • promise (to) = beloven
  • provide (to) = voorzien
  • rotten = verrot
  • splash about (to) = rondspetteren
  • smelly = vies, stinkend
  • take place (to) - took place = plaatsvinden - vond(en) plaats
  • terrible = verschrikkelijk, vreselijk
  • wacky = gek