Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • apply (to) = van toepassing zijn
  • business = handel, zaken
  • complete (to) = invullen
  • currently = momenteel
  • earn (to) = verdienen
  • female = vrouwelijk
  • fortune = vermogen
  • gender = geslacht
  • in charge of = verantwoordelijk voor
  • male = mannelijk
  • mean (to) - meant = betekenen - betekende(n)
  • paper round = krantenwijk
  • pocket money = zakgeld
  • prefer (to) = de voorkeur geven
  • private = op zichzelf
  • rarely = zelden
  • rich = rijk
  • role model = rolmodel
  • selfish = egoïstisch
  • solve (to) = oplossen
  • talented = getalenteerd
  • taste = smaak
  • wealth = rijkdom