Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • bend (to) - bent - bent = buigen
  • device = apparaat
  • education = onderwijs
  • enter (to) = meedoen aan
  • everyday = alledaags
  • imagination = verbeelding
  • label (to) = etiketteren
  • length = lengte
  • mess = troep
  • object = voorwerp
  • prepare (to) = voorbereiden
  • remarkable = opvallend
  • reply (to) = antwoorden
  • sort out (to) = uitzoeken
  • shocking = schokkend
  • straight = rechtstreeks
  • tidy = netjes
  • toilet paper roll = wc-rol
  • twisted = gedraaid
  • warn (to) = waarschuwen