IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface onderbouw 3e editie
HAVOVWO - Leerjaar 3 - 3e editie
Hoofdstuk 3.2 - Vocabulary unit 3, lesson 2
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
arrangement
=
plan
cross
=
boos
easy-going
=
relaxed
fairly
=
tamelijk, redelijk
fire (to)
=
schieten, (af)vuren
foam
=
schuim
glamorous
=
stijlvol, chic
keep secret (to)
=
geheimhouden
leave out (to)
=
overslaan, uitsluiten
loose
=
los
offend (to)
=
boos maken, beledigen
pointless
=
zinloos
preoccupied with
=
in beslag genomen door
presume (to)
=
veronderstellen
sensitive
=
gevoelig
slide (to) - slid - slid
=
glijden - gleed (gleden) - gegleden
soaking
=
doorweekt
take personally (to)
=
persoonlijk opvatten
tend to (to)
=
neigen, geneigd zijn
tremendous
=
enorm
turn down (to)
=
afwijzen
untidy
=
rommelig
upset (to) - upset - upset
=
van streek maken - maakte(n) van streek - van streek gemaakt