Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • advertising = adverteren
  • alarming = alarmerend
  • associated = in verband brengen met
  • billion = miljard
  • calculation = berekening
  • consumer = consument
  • diminish (to) = verminderen
  • episode = aflevering, episode
  • excess = overdaad
  • gap = gat
  • giant = reusachtig
  • limit (to) = beperken
  • marketer = marketeer
  • obesity = obesitas
  • pavement = trottoir
  • plastered with = bepleisterd, volgehangen
  • privilege = privilege, voorrecht
  • prominent = prominent, vooraanstaand
  • rate = aantal
  • revenue = inkomsten
  • spending = het uitgeven aan
  • subscriber = abonnee
  • substantial = aanzienlijk
  • target (to) = zich richten op
  • urge (to) = aandringen