Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • appropriate = juist / geschikt
  • assertive = zelfverzekerd
  • cheek = wang
  • delicate = gevoelig
  • discomfort = ongemak
  • distract (to) = afleiden
  • dose = hoeveelheid
  • extensively = uitgebreid
  • gradually = geleidelijk
  • inflamed = ontstoken
  • itchy = jeukend
  • make a fuss (to) = (nodeloze) drukte maken
  • on behalf of = namens
  • out-of-the-ordinary = ongewoon
  • prescribe (to) = voorschrijven van medicijn
  • rash = huiduitslag
  • satisfactory = bevredigend
  • sensitivity = gevoeligheid
  • settle down (to) = tot rust komen
  • skin = huid
  • subside (to) = afnemen / minder worden