Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • bus stop = bushalte
  • would = zou
  • share = delen
  • seat = zitplaats
  • unreal = onwerkelijk, onvoorstelbaar / onwerkelijk / onvoorstelbaar
  • heavily = zwaar, erg / zwaar / erg
  • kitten = jong katje
  • home = tehuis, onderdak / tehuis / onderdak
  • offer = aanbod
  • died = ging dood
  • born = geboren
  • rather = nogal, tamelijk
  • sad = zielig, verdrietig / zielig / verdrietig
  • knew = wist
  • survive = in leven blijven
  • love = graag willen
  • upset = van streek
  • honestly = eerlijk
  • understood = begreep
  • you two = jullie tweetjes
  • tried = probeerde
  • these days = tegenwoordig
  • disaster = ramp
  • a while = een poosje
  • bush fire = bosbrand
  • insane = krankzinnig