IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
ThiemeMeulenhoff
PulseOn
2 havo-vwo
Engels2_havo/vwo - Special occasions - Comparing notes
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
annoying
=
vervelend, irritant / vervelend / irritant
computer game
=
computerspelletje
to feel sorry for
=
te doen hebben met, medelijden hebben met / te doen hebben met / medelijden hebben met
shop assistant
=
winkelmedewerker
to know
=
weten
knew
=
wist, wisten / wist / wisten
shelf
=
plank, schap / plank / schap
at last
=
eidelijk, ten slotte / eidelijk / ten slotte
Christmas
=
Kerstmis
to choose
=
kiezen
chose
=
koos, kozen / koos / kozen
to post
=
posten, versturen / posten / versturen
relative
=
familielid
since
=
sinds
to get divorced
=
gaan scheiden
Christmas Eve
=
kerstavond
to celebrate
=
vieren
Christmas Day
=
eerste kerstdag
turkey
=
kalkoen
pile
=
stapel, berg / stapel / berg
still
=
toch
to separate
=
uit elkaar gaan
normal
=
normaal
single-parent family
=
eenoudergezin
common
=
gewoon, alledaags / gewoon / alledaags
tough
=
lastig
to please
=
naar de zin maken
for sure
=
zeker
surfer
=
surfer
silly
=
stommerd
fit
=
geschikt, passend / geschikt / passend
carol
=
kerstliedje
to envy
=
jaloers zijn op, benijden / jaloers zijn op / benijden
lifeguard
=
strandwacht