Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • to launch = lanceren, starten / lanceren / starten
  • to bother = dwarszitten
  • amount = hoeveelheid
  • constantly = voortdurend, steeds / voortdurend / steeds
  • mood = humeur, stemming / humeur / stemming
  • in particular = vooral, in het bijzonder / vooral / in het bijzonder
  • to end up = eindigen, terecht komen / eindigen / terecht komen
  • to wipe = afvegen, afnemen / afvegen / afnemen
  • checkout = kassa
  • exact = letterlijk
  • chest = borst / borstkas
  • scooter = scooter
  • Everywhere = Overal
  • suddenly = plotseling
  • to get rid of = wegdoen, lozen / wegdoen / lozen
  • behaviour = gedrag
  • to worry = zorgen baren
  • factory = fabriek
  • to close down = dichtgaan
  • to roll in money = bulken van het geld
  • tricky = lastig
  • proof = bewijs
  • owner = eigenaar
  • embarrassed = in verlegenheid, gegeneerd / in verlegenheid / gegeneerd
  • grateful = dankbaar
  • gay = homoseksueel, vrolijk / homoseksueel / vrolijk
  • to reckon = denken
  • term = term
  • share = deel
  • rant = scheldpartij, tirade / scheldpartij / tirade
  • to be disloyal = iemand afvallen
  • insult = belediging