Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • il dit = hij zegt
  • elle dit = zij zegt
  • triste = verdrietig / triest
  • pourquoi = waarom
  • ici = hier
  • joli = leuk / mooi
  • calme = rustig
  • trop = te
  • ton village = jouw dorp
  • ta maison = jouw huis
  • ton = jouw (m)
  • ta = jouw (v)
  • grand = groot (m)
  • grande = groot (v)
  • très = erg / heel
  • le jardin = de tuin
  • immense = enorm groot
  • combien = hoeveel
  • beaucoup = veel
  • content = tevreden
  • la fin = het eind
  • je viens = ik kom
  • bien sûr = natuurlijk
  • j'envoie = ik stuur
  • petit = klein (m)
  • petite = klein (v)
  • chez moi = bij mij thuis