Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • Pas de soucis ! = Geen probleem!
  • le psy = de psycholoog
  • le boulot = het werk
  • rendre = teruggeven
  • égoïste = egoïstisch
  • voler = stelen
  • casser = kapotmaken
  • C’est interdit. = Het is verboden.
  • Ce n’est pas la peine. = Dat is niet nodig.
  • le truc = het ding
  • regretter = spijt hebben
  • responsable = verantwoordelijk
  • se fâcher avec = ruzie krijgen met
  • exagérer = overdrijven
  • avoir raison = gelijk hebben
  • nécessaire = noodzakelijk
  • Ça dépend. = Dat hangt ervan af.
  • nul = waardeloos
  • coupable = schuldig
  • garer = parkeren
  • doux = zacht
  • honnête = eerlijk
  • sympathique = aardig
  • généreux = gul
  • franc = openhartig
  • lâche = laf
  • méchant = gemeen
  • patient = geduldig
  • hésitant = aarzelend
  • courageux = moedig